In memoriam: Jannie Koelewijn, mijn lieve moeder… Geb. 3-1-1954 Overl. 25-1-2004
September 2002. Mijn moeder had de afgelopen maanden veel pijn. Na enige onderzoeken bleek er sprake te zijn van een kieste. Op zich niets ernstigs volgens de artsen. Maar de pijn bleef. Toen is er voor alle zekerheid een scan gemaakt die uitsluitsel moest geven. Hierop was wel iets te zien wat niet klopte -een zwart plekje- maar nog geen reden tot echte paniek. Er zou een punctie worden genomen, dan wisten we hoe en wat. Uiteraard begonnen we ons wel een beetje zorgen te maken, want het zal toch niets ernstigs zijn? Na een aantal weken zou de uitslag komen, maar sneller dan verwacht -in november was het- moest m’n moeder bij de specialist komen die haar had onderzocht. Mijn vader en moeder gingen naar het ziekenhuis, ikzelf was gewoon aan het werk in de fietsenwinkel. Althans gewoon… Met een gevoel van angst, want wat stond m’n moeder en ons te wachten?
Die dag gingen m’n zus Petra en ik rond twaalf uur thuis eten, tenminste dat eten probeerden we. Ik kreeg geen hap door m’n keel. Toen om tien over één kwamen pa en ma thuis. Heel stil, veel te stil. Petra kwam naar beneden gelopen en ‘voelde’ de zelfde vreselijke stilte. Ma kwam de kamer in en zei; “Mama heeft kanker….” Wat er dan door je heen gaat is niet te bevatten als je dat niet mee hebt gemaakt. Alsof je het doodvonnis van je moeder onder ogen krijgt. We hebben toen samen gehuild, maar m’n moeder was degene die eigenlijk meteen zei dat dit niet het einde hoefde te betekenen. Er was behandeling mogelijk, die zou zwaar zijn, maar niet onmogelijk. Vijftig procent kans op overleven. Het kankergezwel, de eierstokken en de baarmoeder zouden operatief verwijderd worden, vervolgens moest chemotherapie volgen. Om de ‘restanten op te ruimen’ zo noemde de arts het. Haar reactie op alles wat heel nuchter: “Waarom ik niet…”, in tegenstelling tot wat je zou verwachten. Ze accepteerde wat haar overkwam, God stond haar bij, ze was sterk in haar geloof.
In die tijd keek ik niet veel verder vooruit dan de operatie die stond gepland voor 5 december. Alles wat belangrijk was (leek), stond even buiten beeld. Eerst die operatie. Volgens de arts zou de operatie duidelijkheid geven over de werkelijke ernst van de zaak, in het slechtste geval zou het bij een kijkoperatie blijven en zou er dus niets meer mogelijk zijn. Spannend.
De dag van de operatie was zwaar, die daarvoor ook trouwens, toen we ma achter moesten laten in het ziekenhuis. In de middag kwam het verlossende telefoontje van de behandelend arts. “Het was een bijzonder geslaagde operatie” zei de beste man. “Ik heb 95% weg kunnen halen, de overige 5% gaan we met chemo opruimen”. God zij dank, er was weer hoop.
Toen ’s avonds naar het ziekenhuis. Ma was aan het bijkomen, ze lag aan allerlei slangetjes. Voor mij een vreemde gewaarwording. Wat dat betreft had ik nog niet veel in m’n leven meegemaakt. Mijn moeder aan zoveel slangetjes…. Toen besefte ik pas echt dat het ernst was.
Thuisgekomen leek ze goed te herstellen van de operatie. Maar in januari begonnen de chemokuren… Toen begon voor m’n moeder de zwaarste tijd van haar leven en ik kan wel zeggen voor de rest van ons gezin ook. De eerste kuur was nog wel te doen, ondanks de vele bijwerkingen, maar na de 2e kuur begon het zwaar te worden. Ze werd kaal, maar dat accepteerde ze wel. De pijn en de bijwerkingen die de chemo met zich meebrachten, waren heel erg zwaar. Om de 3 weken zou ze moeten gaan kuren, dat dan 6 keer in totaal.
Na die 2e kuur begon ze geestelijk erg zwak te worden. Door haar lichamelijke aftakeling, raakte ze geestelijk ook afgetakeld. Ze leek aanvechtingen uit een geestelijke wereld te krijgen. Alsof een boze macht begon haar te kwellen. Ze werd erg depressief hierdoor. Het kwaad zelf leek z’n pijlen op haar gericht te hebben. Dit was voor ons allen erg moeilijk, ze werd soms erg opstandig. Het leek wel alsof iemand haar aanklaagde, ze begon te twijfelen of ze wel bij God mocht komen als ze zou sterven. Maar ze was nog helemaal niet opgegeven. Die aanklacht tegen haar is ver gegaan. Het is moeilijk precies uit te leggen wat ik bedoel.
Wat hebben we veel met haar gebeden, en wat heeft God ons hier doorheen geholpen. Zo is ook de trouwdag van m’n zus Petra en zwager Patriek een geschenk uit de hemel geweest. Wonder boven wonder kon ze 80% van die dag meemaken. Dit was een Godsgeschenk voor ons allemaal.
Er is veel meer gebeurd dan ik hier nu kan schrijven. Een bijzonder aangrijpend moment zal ik gedeeltelijk beschrijven. Het was op een zaterdagochtend -volgens mij in april of mei- dat ik, nadat ik mijn radioprogramma had gepresenteerd op de lokale radio, een drang voelde om naar huis te gaan in plaats van naar m’n werk. Ik reed naar huis toe en ma lag daar op bed. Dat klopte niet, want ze was lichamelijk weer iets opgeknapt en zou een kopje koffie gaan drinken bij m’n zus Petra. Ik sprak haar aan en ze reageerde erg vreemd. Ze zou wel in bed blijven liggen, ze was ook erg depressief.
Wat er toen gebeurde is de meest aangrijpende gebeurtenis uit m’n leven geweest. Ik vroeg haar of ik met haar mocht bidden om kracht en moed, haar reactie was op z’n zachtst gezegd heftig. ”NEE !“ zei ze, “Niet bidden, ga weg!” haar stem veranderde op dat moment naar een heel vreemd klinkend en eng accent. Haar ogen werden onbeschrijfelijk fel. Ze sloeg alles wat maar iets met het geloof te maken had was van haar nachtkastje af. “Ga weg van mij!” zei ze weer, “Ik vervloek je, ga godverdomme weg…”
Toen brak ik. Dit was m’n moeder niet meer…. Mijn moeder, mijn lieve moeder… Wat is er met haar aan de hand? Ik zal toen iets geroepen hebben richting God, ik weet het niet meer, maar Hij greep wel in. Door mij heen heeft Hij ingegrepen, dat geloof ik zeker. Voordat ik het goed en wel zelf door had liep ik naar m’n moeder toe, legde haar m’n handen op en riep: “Satan, in de naam van Jezus Christus beveel ik je mijn moeder te verlaten, ga uit haar vandaan!!!” Hier gebeurde iets waar ik geen grip op had, mocht ik dit wel zo doen? Hoe kwam ik erbij om dit te doen? Ik heb maar één antwoord: God greep in.
M’n moeder werd weer rustig en na een paar minuten fluisterde ze: “Larry, wil je met me bidden….” Ze vertelde me daarna dat ze zich “in beslag genomen” voelde. Ze werd overrompeld door een kwade geest, dat realiseerde ze zich achteraf heel goed. Voor mij was dit een bizarre kennismaking met de kwade geestelijke wereld. Maar, belangrijker, ook een bijzondere kennismaking met de overwinningskracht van Jezus Christus. Als je als lezer hier je vragen en twijfels bij hebt, begrijp ik dat best. Maar ik kan niet anders dan dit geloven. De ervaring was voor mij mede een bewijs voor wat ik al geloofde.
De 6e kuur kon mijn moeder niet meer aan. Volgens een van de artsen hoefde dit ook niet meer. De waarden in haar bloed waren goed. Na een paar maanden leek er zelfs sprake te zijn van een mogelijke genezing. Ze was bijna kankervrij! Die blijdschap was echter van korte duur. Na 3 dagen riep een andere arts dat het helemaal niet weg was. Dit was voor ons een zware beproeving, die ik nog steeds heel moeilijk vind. Mijn vader belde me op om dit te zeggen, op de achtergrond hoorde ik m’n moeder huilen. De meest indringende, hartverscheurende huilbui die ik ooit heb gehoord en gevoeld. En dat dan nog wel door de telefoon… Ging mijn moeder dan toch sterven?
M’n moeder is na die tijd redelijk stabiel geweest. Ze was geestelijk ook weer gegroeid. Ze was ook overtuigd van de mogelijkheid tot genezing. Als God ingreep, kon het. Maar haar geloof was nog belangrijker dan de wens om te gelezen.
In november 2003 heeft ze haar getuigenis mogen geven bij Emmy van Twillert in ‘Je raakt er niet Los van’ op de lokale radio. Opmerkelijk genoeg was ze die dag zowel lichamelijk als geestelijk erg sterk. Ze kreeg er de kracht voor. Dit is een legendarische uitzending geworden, die ik overigens nooit meer heb teruggeluisterd.
Een paar weken na die uitzending werd duidelijk dat ze dit niet ging overleven. Ze takelde verder af. Toch heb ik het bewijs van Gods kracht gezien. Hoe ze lichamelijk aftakelde en tegelijk geestelijk groeide. Wauw! Hoe ze heeft getuigd van haar geloof in God en Jezus Christus, Zijn Zoon, wonderlijk. Op 3 januari 2004 mocht ze nog de leeftijd van 50 jaar bereiken. En ze wilde wél gefeliciteerd worden!
Op zondag 25 januari 2004 is ze ’s avonds overleden na een coma van één dag. We hebben allemaal een waardig afscheid kunnen nemen. Tot 2 dagen voor haar dood was ze geestelijk 100% bij bewustzijn, ondanks de gigantische hoeveelheid morfine. Volgens de huisarts zou een olifant ervan omvallen. Maar ma bleef helder van geest. Vrijdagavond heb ik nog een heel fijn gesprek met haar gehad. De avond erna zou ik eigenlijk een vrijgezellenavond hebben van een goede vriend. Ik wilde niet gaan, maar m’n moeder vond dat ik wel moest gaan. “Je hebt je afleiding nodig…” Geweldig. Ik ben ook gegaan en heb daar geen spijt van gehad. Heel veel lol gehad zelfs. Dat kon ook, omdat m’n moeder het goed vond, sterker nog, ze wilde dat.
Na een dag coma op die zondag erna is ze verenigd met hen die haar voor gingen. En belangrijker nog, ze is ingetrokken in het Hemelse paradijs. De plaats die ooit verenigd zal worden met de aarde en het uiteindelijk eeuwig vrede zal zijn. Daar waar ik haar ooit terug hoop te zien, want ik moest haar wel beloven Jezus te blijven volgen…
(Dit is een bijgewerkte versie van het in 2006 gepubliceerde verhaal op mijn voormalige weblog)