Sinds 2021 mag ik onze gemeente dienen als ouderling. De eerste tweeënhalf jaar als pastoraal ouderling en sinds eind 2023 als beleidsouderling. Die eerste jaren waren mooi. Wat heb ik, vaak samen met een diaken, waardevolle gesprekken gehad bij mensen thuis. Dankbaarheid overheerst vanuit die periode. Ook toen speelden er op de achtergrond wel dingen, maar ik was daar minder actief mee bezig. Dat was immers vooral voor de beleidsouderlingen.
Een kerk is ten diepste een puur geestelijke zaak, dus ook het beleid is dat.
Toen kwam ergens in november vorig jaar de vraag of ik wilde ruilen met een ouderling uit de kernkerkenraad. Dat zijn de ouderlingen die zich vooral met beleidszaken bezighouden. Dit houdt overigens niet in dat dit alleen maar een zakelijke club is. Een kerk is ten diepste een puur geestelijke zaak, dus ook het beleid is dat. Een paar weken eerder vroeg mijn schoonvader me ‘toevallig’ wat ik eigenlijk liever deed: pastoraal of beleidsmatig bezig zijn. Ondanks mijn positieve ervaringen met het pastorale werk, gaf ik als antwoord dat ik liever beleidsmatig bezig zou zijn. Dat past beter bij me.
…je zit er middenin en bent er onderdeel van.
En toen kwam dus die vraag. Dan denk je, een één-tweetje. Maar dat was niet zo. Want ik wist dat de problemen die er speelden serieus waren en niet gemakkelijk op te lossen. Na gebed raakte ik volledig overtuigd dat mijn taak toch daar lag. Maar nou, dat heb ik geweten. De problemen bleken zo complex dat we een interkerkelijke externe commissie moesten inschakelen. Dat hebben we in het voorjaar aan de gemeente kenbaar gemaakt. Mensen van buitenaf die zich gaan verdiepen in een kwestie van onze gemeente... Maar denk niet dat je er dan zelf niet meer mee bezig hoeft. Integendeel. Nee, je zit er middenin en bent er onderdeel van. Maar toch, ik zag en zie hier de leiding van de Heer in. Ondanks alles voel ik me op mijn plaats. Bijzonder toch?
Daarvan kun je ’s nachts wakker liggen.
Ik wil graag benadrukken dat ik binnen de kerkenraad nooit een sfeer van ruzie heb ervaren. Wel emotie en een compleet andere kijk op een aantal zaken. Dat had vooral te maken met de visie van een van onze predikanten en een groep gemeenteleden die voor een aantal zaken aandacht vroegen. Het gaat me hier beslist niet om de schuldvraag. Was het maar zo zwart/wit. Tot mijn diepe spijt hebben we als kerkenraad en predikant elkaar niet kunnen vinden in een gezamenlijke visie, wat uiteindelijk leidde tot het stoppen van de samenwerking. Zowel de kerkenraad als de predikant besloten onafhankelijk van elkaar de samenwerking te beëindigen. Dat grijpt diep in en doet me pijn. Daarvan kun je ’s nachts wakker liggen. Op het moment dat ik dit schrijf, loopt er, samen met visitatoren (dat zijn ouderlingen en een predikant van ons eigen kerkverband uit de regio), nog een apart traject met de groep gemeenteleden.
…als er dan het gevoel geuit wordt dat we dingen bewust achterhouden en niet eerlijk zijn.
Het moeilijkste vond ik dat we lange tijd niets hadden te melden richting de gemeente. Dat kon ook echt niet, want zolang de kwestie bij de interkerkelijke externe commissie lag, konden we niets communiceren. En als we dat dan toch deden, was er inhoudelijk vrijwel niets te melden. Dan doet het pijn als je het begrijpelijke ongeduld van sommige gemeenteleden ziet. Maar nog veel meer als er dan het gevoel geuit wordt dat we dingen bewust achterhouden en niet eerlijk zijn. Of dat we een predikant hebben weggepest. Dat raakt, voor mij persoonlijk, enorm aan mijn integriteit. Niemand heeft dit gewild of bewust zo geforceerd. Ik schreef eerder aan een gemeentelid: “Onze intentie is oprecht zuiver. Dat kan ik voor het aangezicht van de Heer verantwoorden. Hij weet hoe het zit. Ik zie jullie worsteling en voel de onmacht om jullie daarin tegemoet te komen. Dat spijt me intens.” Tegelijk ervaren we ook veel steun uit de gemeente. Velen bidden onophoudelijk voor ons en geven bemoedigende berichten. Dank daarvoor.
En ik ben mijn vrouw dankbaar voor haar luisterende oor.
En dan heb je als ouderling ook nog je gezin en je ‘gewone’ werk. Ik vraag me soms af hoe ik dit volhoud. Ik kan maar één antwoord geven. Dat is de genade van God Zelf die me daar de kracht voor heeft gegeven en nog steeds geeft. Zo ervaar ik dat oprecht. Daar ben ik de Heer diep dankbaar voor. En ik ben mijn vrouw dankbaar voor haar luisterende oor. Wat een zegen als je een vrouw hebt die achter je staat en er voor je is. Ook als je ’s avonds na een moeilijk gesprek thuiskomt en, ondanks dat ze eigenlijk al op bed ligt, dan toch maar even naar beneden komt om even te kletsen. Dankjewel, Hannah.
…is er niets mooiers dan volgeling te zijn van Jezus.
Maar ook collega-kerkenraadsleden. Want ik merk dat we ook veel steun aan elkaar hebben. Zeker in de periode van meer weten en niets kunnen en mogen zeggen, heb je mensen om je heen nodig waar je mee kunt praten. Dank jullie wel!
Tot slot, stel je leest dit en bent geen kerklid of Christen. Ik kan me voorstellen dat dit je niet helpt om positief naar de kerk of Christenen te kijken. Maar geloof me, ondanks de moeiten die ook kerken niet voorbijgaan, is er niets mooiers dan volgeling te zijn van Jezus.
Heer, ik bid om uw onmisbare hernieuwde zegen voor onze gemeente. Wilt u alstublieft weer een tijd doen aanbreken van rijkelijke zegen, bloei en optimisme. Dwars door de stormen van het leven heen hebben we dat zo nodig. Spreek ons aan, corrigeer ons door Uw Heilige Geest waar nodig, vergeef en vernieuw. Wees ook dichtbij onze vertrekkende predikant en zijn gezin. In de machtige Naam aller Namen, Jezus Christus. Amen.