Half december. Het jaar is bijna voorbij. Bewust of onbewust kijk je dan vaak toch even terug. Als ik dat bewust doe, springen er een paar gebeurtenissen uit. Niet per se alleen positief. Begin dit jaar moest mijn vrouw Hannah geopereerd worden. Ik schreef er eerder over. Er waren spanningen in onze kerkelijke gemeente. Ik schreef er eerder over. Maar ook schreef ik vanuit ons familiebedrijf, in het bijzonder over het fenomeen fietslease. En veel breder dan mijn eigen leven: oorlog in het Midden-Oosten.
Ik neem me voor om je komend jaar, Deo Volente, eens mee te nemen in de geschiedenis van ons bedrijf. We zijn bezig om een mooie aanbiedmap te laten maken waarin ook een tijdlijn komt te staan. Een prachtige gelegenheid om me te verdiepen in die geschiedenis die teruggaat tot 1937. Maar in deze blog blik ik terug op een ander thema: de spanningen in de Maranathakerk. Dit drukte een behoorlijke stempel op het kerkelijke werk.
“Het ideaal van eenheid in Christus klinkt mooi, maar in de praktijk botsen karakters.”
Als er iets is wat de geschiedenis van de kerk ons leert, dan is het wel dat het leven in een geloofsgemeenschap prachtig kan zijn, maar ook ingewikkeld. Het ideaal van eenheid in Christus klinkt mooi vanaf podiums en kansels, maar in de praktijk botsen karakters, overtuigingen en verwachtingen en ontstaat er verdeeldheid. Het is dan heel verleidelijk om te zoeken naar een schuldige. Iemand moet toch verantwoordelijk zijn voor die pijn en de breuken?
“Wie de splinter uit het oog van de ander wil halen, moet eerst de balk uit zijn eigen oog verwijderen.” Deze woorden van Jezus worden vaak geciteerd als een oproep tot zelfreflectie. Maar wat als beide partijen in een conflict denken dat zij de balk al hebben verwijderd? Dat de splinter in het oog van de ander onmiskenbaar blijft? Wat doe je als een eenvoudig zwart-wit-antwoord uitblijft?
“Het aanwijzen van een schuldige lijkt rust te geven, maar doet het dat echt?”
In moeiten binnen de kerk, of die nu gaan over theologische verschillen, beleid, of persoonlijke verhoudingen, is de natuurlijke reactie vaak om te zoeken naar wie of wat de oorzaak is. “Het ligt aan de voorganger, de kerkenraad heeft gefaald, of die groep wilde te veel invloed”, zijn gedachten die zomaar de kop op kunnen steken. Je zou bijna denken dat we een ‘dader’ nodig hebben om verder te kunnen. Alsof het aanwijzen van een schuldige rust geeft. Maar doet het dat echt?
Ik leer steeds meer van niet. Het wijst eerder op een behoefte aan controle. Want als we een schuldige kunnen aanwijzen, begrijpen we tenminste waarom dingen misgaan. Maar de werkelijkheid in het geloof is veel complexer. God werkt niet altijd volgens onze logica. Moeilijke situaties zijn niet altijd het gevolg van menselijke fouten. Soms wel. Maar soms zijn het simpelweg de gebrokenheid van de wereld en de gebrokenheid in onszelf die zich laten zien. Het kwaad is er, en heeft niet altijd een disclaimer meegestuurd.
“Beide kanten voelen zich door God bevestigd, maar hoe kan dat?”
In tijden van conflict wordt er – terecht – vaak veel gebeden. “Heer, laat ons zien wat juist is. En Heer, breng de ander tot inkeer.” Ik ken die gebeden goed, want ik heb ze zelf ook uitgesproken. Maar wat als beide partijen op hun knieën gaan, bijna dezelfde woorden bidden, en toch tot totaal verschillende conclusies komen? Beide kanten voelen zich door God bevestigd. Beide kanten geloven dat zij handelen naar Zijn wil. Hoe kan dat?
In de geschiedenis van de kerk is dit niet nieuw. Denk aan de grote scheuringen, met en sinds de Reformatie. Broers en zussen die elkaar de rug toekeerden, allebei overtuigd dat zij God aan hun kant hadden. Wie had er gelijk? Of beter nog: kun je dat überhaupt bepalen? Misschien is het wel de verkeerde vraag.
“De waarheid is zelden eenvoudig, en lijnen lopen door elkaar.”
Een van de moeilijkste aspecten van conflicten in de kerk is het gevoel van onrecht. “Ik ben verkeerd begrepen, ze hebben me beschadigd, ik ben onterecht beschuldigd.” Die pijn is echt, en ik wil die niet bagatelliseren. Onrecht doet iets met je. Het maakt je wantrouwig, cynisch zelfs. Je wilt schreeuwen dat het niet klopt. Dat het anders is dan hoe men het ziet.
Als ik iets heb geleerd van moeiten in de kerk, is het dat de waarheid zelden eenvoudig is. Het is bijna nooit zo dat één kant volledig gelijk heeft en de ander volledig ongelijk. Die lijnen lopen door elkaar. En soms is het nodig om toe te geven dat we het gewoon niet weten. Dat we met onze beperkte inzichten niet in staat zijn om het hele plaatje te zien.
En dat is misschien wel het moeilijkste van alles: durven leven met dat mysterie. Durven erkennen dat God soeverein is, en dat wij niet altijd hoeven te begrijpen hoe Hij werkt. Dat vraagt om nederigheid. Om het besef dat wij mensen zijn, met al onze beperkingen, en dat we afhankelijk zijn van Zijn genade.
Wat blijft, is de oproep van Jezus om elkaar lief te hebben. Zelfs als we het niet eens zijn. Zelfs als we pijn hebben ervaren. Liefde betekent niet dat we altijd tot overeenstemming komen, maar wel dat we blijven zoeken naar de ander. Naar de mens achter het conflict. Naar de broer of zus in Christus die net zo goed worstelt met wat juist is.
"Gebroken, ja. Maar ook gedragen door genade."
Misschien is dat wel het meest radicale wat we kunnen doen in een tijd waarin verdeeldheid zo snel de boventoon voert: blijven liefhebben. Blijven luisteren. Niet om onze waarheid op te leggen, maar om te erkennen dat we samen op weg zijn. Gebroken, ja. Maar ook gedragen door genade.
In de moeiten die we in de kerk kunnen ervaren, is er dus niet altijd een schuldige. Dat was mijn geloofslevensles in het afgelopen jaar. Dat ik mag loslaten wat ik niet kan begrijpen of veranderen, en me mag richten op wat ik wél kan doen: leven in gehoorzaamheid en liefde.
En uiteindelijk is dat genoeg. Want we dienen een God die rechtvaardig is. Een God die ons, ondanks onze gebrokenheid en tekortkomingen, niet alleen laat. Misschien hoeven wij niet alle antwoorden te hebben, zolang we ons vertrouwen maar in Hem blijven stellen. Want Hij ziet wat wij niet zien. Hij begrijpt wat wij niet kunnen begrijpen. En dat is genoeg.
Is er iets of iemand ooit te klein
voor de God, die zelf een kind werd?
Hij kwam ook voor jou en zelfs voor mij.
God werd mens tussen de mensen.
Wat een wonder dat God met ons is!
Liefde kent bij hem geen grenzen.
Ere zij God, hoog in de hemel.
Vrede hier op aarde.
Laat ons zingen door de eeuwen,
engelen en mensen samen.
© Fragment uit 'Kerstnacht boven Bethlehem' van Sela