Ruimte voor LHBTI+ in Gods Huis?

Ruimte voor LHBTI+ in Gods Huis?

Een onderwerp waarover ik al heel lang wilde schrijven. Maar ja, het ligt gevoelig. Sommigen wijzen alles en iedereen af die ook maar iets positiefs over LHBTI+ zegt. Anderen zijn weer zo pro, dat men iedereen die kritisch is over de manier waarop dit in kerken aandacht krijgt als intolerant wegzet.

Onlangs heeft een door de Synode -de landelijke vergadering- aangestelde commissie binnen de Nederlandse Gereformeerde Kerken het thema besproken en een eindrapport opgesteld. De definitieve uitkomst wordt later op de Synode besproken. Waarschijnlijk zal men het aan de vrijheid van de lokale kerken overlaten hoe hiermee om te gaan. Begrijpelijk, maar ook spannend. Worden de verschillen tussen plaatselijke gemeenten hierdoor niet juist groter? Wel sprak men al ‘woorden van verootmoediging’ uit. Ze erkenden hoe vaak verkeerd is gesproken over homoseksuele broers en zussen en hoe er naar hen toe gehandeld is. De volledige tekst daarvan kun je vinden op de website van de kerk. 

Verbondenheid en zorg binnen de gemeenschap van Christus staan centraal.

Het rapport “Ruimte en Richting” onderzoekt hoe de kerken LHBTI+-leden kunnen ondersteunen en verkent verschillende visies, van scheppingsorde en zondeval tot homoseksualiteit als natuurlijke variatie. Ondanks meningsverschillen benadrukt het rapport het belang van veiligheid, openheid en respect en roept op tot een pastorale, inclusieve benadering zonder definitieve uitspraken. Verbondenheid en zorg binnen de gemeenschap van Christus staan centraal.

We geloven niet in een boek, maar in een persoon: Jezus Christus.

“Maar de Bijbel is toch duidelijk?” hoor je vaak. “Homoseksuele praxis wordt toch afgewezen en veroordeeld?” Als dat zo duidelijk was, zou zo'n rapport van maar liefst 267 pagina’s toch overbodig zijn? De verschillen komen volgens mij vooral voort uit hoe we de Bijbel benaderen. Is het een boek vol geboden en verboden, of vooral een kanaal van Gods liefde voor de mens en wereld? Onze predikant zegt wel eens: “We geloven niet in een boek, maar in een persoon: Jezus Christus.” Wat overigens niet betekent dat alles kan en mag als het maar goed voelt.

Je kunt de verschillende boeken die samen de Bijbel vormen niet los van elkaar zien. Er zit beweging in de geschiedenis, er is vooruitgang te zien, en ik zie dat zeker na de komst van Jezus sommige dingen in een ander perspectief worden gezet. Er zijn uit het Oude Testament voorbeelden te over van zaken die we niet meer toepassen of naleven. Natuurlijk, ik weet ook wel dat de Bijbel ‘af’ is. Maar als we ontwikkeling zien binnen de tijdslijn van de Bijbel, stopt de openbaring dan na het Bijbelboek 'Openbaringen'? Ik ben daar heel terughoudend in. Toch kunnen we wel vragen stellen bij onze manier van Bijbellezen.

De Bijbel vraagt een eerbiedige houding, waarin we op zoek gaan naar ontmoeting met God.

In zijn boek ‘Lezen en laten lezen’ pleit theoloog en hoogleraar Dr. Arnold Huijgen ervoor om de Bijbel niet alleen met ons hoofd, maar vooral met ons hart te lezen. Hij benadrukt dat we ons niet enkel moeten richten op rationele kennis en bewijs, maar open moeten staan voor wat God ons wil zeggen. Dit vraagt om bidden, mediteren en samen met de kerk door de eeuwen heen te zoeken naar de lessen van het Woord. De Bijbel vraagt een eerbiedige houding, waarin we op zoek gaan naar ontmoeting met God.

Maar zelfs met “ruimte” komen we soms tot verschillende conclusies. In onze gemeente is een stel van hetzelfde geslacht volwaardig lid, zij vieren het Avondmaal mee en draaien mee in het kerkelijk leven. Ben ik het daar dan helemaal mee eens? Ik sluit me vol liefde achter hen aan in de rij naar het brood en de wijn. Maar, breder binnen dit thema blijft er twijfel. Ik heb nog mijn vragen; want zelfs als je de Bijbel vooral leest als kanaal van Gods liefde, heb je te maken met grenzen. Waar liggen die? Ik heb het antwoord nog niet. De manier waarop sommige LHBTI+ groepen hun visie de samenleving in willen rammen helpt mij sowieso niet. 'Ruimte' vraagt ook om ruimte voor gewetensbezwaarden. 

Het LHBTI+ vraagstuk gaat ook over een eventuele kinderwens. In een opiniestuk in het Nederlands Dagblad werd een tijdje geleden opgemerkt dat het rapport dit thema binnen homoseksuele relaties niet bespreekt. Men stelt voor dat de synode uitspreekt dat het recht van kinderen op biologische ouders voorrang moet hebben boven de wens van homoparen op een kind via bijvoorbeeld inseminatie. Kortom, de vraag is of homoseksuele kerkleden op alle fronten kunnen meedoen, of dat er bij huwelijk, ambt (zoals ouderling, diaken of predikant) én kinderwens toch grenzen zijn volgens de Bijbel.

...ik hoop dat op dit punt -in het belang van de kinderen die het betreft- het tegendeel blijkt.

Ik vraag me af of een kind niet het beste opgroeit bij een vader en een moeder. Oprecht, zonder niet-hetero stellen kinderen te misgunnen. Sterker nog, ik hoop dat op dit punt -in het belang van de kinderen die het betreft- het tegendeel blijkt. Maar kunnen we het verwekken van kinderen bij ouders van hetzelfde geslacht als christen-zijn verantwoorden? Die vragen moeten we wel durven en mogen stellen. Linksom of rechtsom, er is voor het verwekken van kinderen altijd een ‘derde’ nodig. Ik ga niet zeggen dat de Bijbel hier een pasklaar antwoord op geeft; dat zou de “De Bijbel is toch duidelijk”-manier zijn. Je voelt al wel aan, dat is niet mijn manier.

En dan niet in de laatste plaats, ook een LHBTI+ vraagstuk, hoe om te gaan met de discussie over gender? In de samenleving is hier al veel discussie over. Dat gaat kerken dan ook niet voorbij. Steeds vaker lees je verhalen van mensen die hoopten op een betere mentale gezondheid na hun transitie, maar dit niet hebben bereikt. Ik krijg sterk de indruk dat deze verhalen nog veelal onder de oppervlakte blijven en dat er meer ruimte nodig is om ze te horen.

Te vaak wordt transitie als een ‘normale’ optie gezien, wat vooral jongeren in verwarring kan brengen.

Zo deelt iemand, die op jonge leeftijd begon met een transitie naar mannelijkheid, haar verdriet over de onomkeerbare gevolgen, zoals littekens en verlies van eierstokken, toen ze later weer als vrouw besloot te leven. Onderzoek toont dat sommigen pas na hun transitie beseffen dat onderliggende issues, zoals een bipolaire stoornis of homoseksualiteit, hun identiteitszoektocht beïnvloedden. Deze verhalen benadrukken het belang van zorgvuldige, psychologische begeleiding. Te vaak wordt transitie als een ‘normale’ optie gezien, wat vooral jongeren in verwarring kan brengen. Mensen die deze optie wellicht niet overwogen hadden als het niet zo nadrukkelijk in de samenleving aanwezig was, of zelfs opgedrongen.

Als kerken staan we voor uitdagingen in de breedte van LHBTI+. Het is essentieel om hier pastoraal verantwoord, liefdevol, mee om te gaan. Jezus is niet allen voor hetero's naar deze wereld gekomen. Veel te lang was de kerkdeur vooral een uitgang voor LHBTI+ broers en zussen. De ‘Nashville-verklaring’ uit 2017 (in 2019 in het Nederlands vertaald) was daarin een pijnlijk dieptepunt. Ik geloof oprecht niet dat Jezus ons die route van veroordeling wijst. Laten we een grondhouding aannemen die prachtig wordt bezongen in dit lied:

Kom, als je honger hebt of dorst. Hier kun je eten, deel met ons. Kom met je tranen en je pijn. Hier is het goed, hier mag je zijn. Met open armen word je ontvangen.

Kom, als je moe bent van je vlucht. Hier ben je veilig, hier is rust. Kom, met je wanhoop en je verdriet. Hier mag je weer een toekomst zien.

Met open armen word je ontvangen.

Welkom in Gods huis. Welkom, welkom thuis.

Kom met je leegte en je angst. Hier word je liefdevol omarmd. Kom maar, als niemand je verstaat. Hier is een plek voor jouw verhaal.

Met open armen word je ontvangen.

© Schrijvers Voor Gerechtigheid – Welkom in Gods huis

powered by social2s